Dit is de openingsalinea van het boek Lili, geschreven door Leopoldine Hertzberger. Het boek vertelt het waargebeurde verhaal van redden, onderduiken en overleven. Hertzberger werkte na haar studie Frans in Parijs op het Institut Néerlandais. Daar leerde zij George kennen die haar zijn verhaal vertelde.
In Rouen, in ‘t voorjaar van 1943, zag George dat er voor het bureau van politie een jeep voorreed, waaruit een fel tegenstribbelend meisje werd gehaald. Hij herkende het meisje, Lili, omdat hij haar en haar familie in de buurt wel eens tegenkwam en hij realiseerde zich in een split second dat hier iets niet klopte. Brutaalweg liep hij het bureau binnen. Stelde zich voor als de oom van Lili en zei dat hij haar kwam halen.
Zijn coup lukte, hij kreeg het meisje mee.
Het is bijzonder hoe toeval een rol kan spelen in het leven. Of, in dit geval, het verschil uitmaakt tussen leven en dood.
Door Lili gewoon te ‘ontvoeren’ heeft dit meisje, van toen 15 jaar, de oorlog overleefd, in onderduik bij George thuis.
Het boek loopt van Lili’s 15e tot haar 18e jaar en beschrijft de spanning die onderduik met zich meebrengt. De spanning of haar ouders de oorlog overleven. Spanning tussen de man en het opgroeiende meisje. George wil haar een veilige en geborgen plek bieden. Dat blijft het hele boek zijn leidraad.
6 Juni 1944 was D-day en 30 augustus werd Rouen bevrijd.
De tweede helft van het boek beschrijft het leven nà de oorlog, de ‘bevrijding’.
Het boek is heel beeldend geschreven, filmisch bijna.
Het deed me een beetje denken aan de sfeer die je ook vindt bij Maigret.
De stijl is soms een beetje kinderlijk, ik denk dat het boek ook voor jongeren heel geschikt is.
Er zit een enorme spanning in het verhaal, dat zorgde ervoor dat ik het boek achter elkaar uitlas.
Dit boek moest geschreven worden. Want uiteindelijk is de oorlog een optelsom van alle verhalen die er over geschreven zijn.
Leopoldine Hertzberger: Lili
Uitgeverij Boekscout.nl, Soest, 2012
ISBN: 978-94-6206-465-2