Wanneer middelbare scholen hun leerlingen iets over de Sjoa willen bijbrengen, nemen ze contact op met Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Het centrum beschikt over een groep gastsprekers en stuurt iemand naar zo’n school. Een jaar of twee geleden sloot ik me bij die groep aan en inmiddels heb ik op scholen door het hele land een verhaal over de Tweede Wereldoorlog en mijn persoonlijke ervaringen mogen vertellen. Hoe gruwelijk dat verhaal ook is - moet zijn – ik probeer het toch zo licht mogelijk te houden en er zelfs wat humor in te brengen. Dat lukt me altijd en daarom doe ik het met bijzonder veel plezier. Ik merk dat ik een klas kan boeien. Was het allemaal anders gelopen, dan had ik best leraar willen zijn. Ja, ik weet dat het een slecht betaald rotvak is, maar toch, als je zo’n groepje rumoerige tieners stil krijgt en aan het eind van de les een hand van ze krijgt en ze ‘dankjewel meneer, ik had geen idee’ tegen je zeggen, dan geeft dat niet slechts voldoening maar het maakt me ook blij. Het valt overigens op dat de geschiedenisleraren die me uitnodigen, zelf ook zo weinig weten. Voor hen is ‘40-‘45 net zo geschiedenis als de Eerste Wereldoorlog of de Franse revolutie. Misschien is dat maar goed ook, het is tenslotte lang geleden. Maar zeker is dat het Herinneringsentrum goed werk doet. De groep die uit eigen ervaring het een en ander kan vertellen, wordt uiteraard steeds kleiner.
Het Calandlyceum in Amsterdam-West is een praktisch 100% zwarte school. In stadsdeel Slotervaart betekent dat, dat negen van de tien leerlingen een Moslim-achtergrond hebben. Hoewel ik ook al op scholen in de prachtwijken van Rotterdam en Den Haag mijn verhaal heb verteld, was dit de eerste keer dat ik dat deed op een school in Amsterdam-West. Daar was ik best een beetje nerveus over. Ik bereidde me voor op vragen over Israël-Palestina, Gaza, kortom, ik had een antwoord geprepareerd op iedere opmerking die uit zo’n klas kan komen.
Toen ik er binnenstapte zonk de moed me toch wat in de schoenen. 3 HAVO bleek geheel bemand met Marokkaanse tieners, de meisjes bijna allemaal met hoofddoek, drie zelfs in een alles omvattend zwart gewaad. Ga er maar aanstaan met mijn eerste zin: “Hallo, ik heet Rob, ik ben geboren in 1940 en ik ben een Jood.” Ik had me onterecht zenuwachtig gemaakt. Mijn les verliep zo goed als ik maar kon wensen en de laatste 20 minuten werden gevuld met discussie en intelligente vragen. Dat heb ik op geheel witte scholen wel anders meegemaakt. Daar moet ik soms de vragen uit de leerlingen trekken. Hier niet. Er kwamen natuurlijk wel vragen over de staat Israël. Ik had niet anders verwacht. “Dus eigenlijk is het de schuld van de Duitsers dat Israël er is?” vroeg een geheel in het zwart gehuld meisje me. Nou schuld, goeie vraag, de Duitsers hadden schuld aan alles, maar Israël was er ook zonder Sjoa gekomen. Het gaf me mooi gelegenheid om iets over Herzl te vertellen. Van die man had de klas nog nooit gehoord. Des te beter.
Nu dus wel. Aan het eind schudden alle leerlingen me de hand, ja, ook die drie ingepakte meisjes. Ik ging heel tevreden naar huis. Volgende keer graag weer in Amsterdam-West.