Een aantal jaren geleden las ik in een van de boeken van Chaja Polak dat zij na de oorlog op de 7de Montessorischool bij meester Van Sonderen in de klas had gezeten en zijn aanwezigheid als enorm veilig ervoer. Chaja’s (half)broer Hans Fels zat later in de klas bij mijn broer en haar zus Ellen Fels zat in een hogere klas dan ik. Toen we thuis eind jaren vijftig een koelkast aanschaften, betrokken we die van meneer Fels. Ik heb dus wel wat met de familie Polak-Fels.
Via de media hoorde ik over de affaire rond het boek Oorlogsouders, waarin de adellijke Isabel van Boetzelaer de geschiedenis van haar vader behandelt, Willem Baron van Boetzelaer, die als Nederlander vrijwillig dienst nam bij de Waffen SS en naar het oostfront werd gestuurd. Als overlevende terug in Nederland ging hij bij de Sicherheitsdienst (SD) werken, die in Nederland nauw samenwerkte met de Gestapo. Volgens de schrijfster deed hij politiewerk en had hij “niets te maken met de Jodenvervolging.”
Ik kijk op het internet naar recensies van Oorlogsouders. Vind een bespreking op de website Hebban, van ene Nynke, die het boek vijf sterren toekent. “De auteur beschrijft haar familiegeschiedenis alsof ze er zelf bij geweest is en doet dit op een prachtige manier. Door ver vóór de Tweede Wereldoorlog te starten wordt het niet een ééndimensionaal verhaal over foute Duitsers en foute Nederlanders, maar zijn het al mensen geworden van vlees en bloed die je kunt volgen in hun motieven en keuzes”, schrijft Nynke. “Nergens oordeelt Isabel van Boetzelaer, het is een warm portret van twee families met een lange rijke familiegeschiedenis.” Een soort Buddenbrooks van de twintigste eeuw dus, krijg je de indruk.
Ik stuit op een afbeelding van het boek met een gele band er omheen, waarop een aanbeveling door Alexander Münninghof staat: “Een prachtig werk! Hoe liefde en objectiviteit samengaan is weergaloos beschreven.” En Margreet Spanjaard van weekblad Margriet schrijft: “Een subliem geschreven, zeer indrukwekkend boek.” Oorspronkelijk had ook Ad van Liempt, bekend van boeken als Kopgeld en Jodenjacht: de onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog Van Boetzelaers boek aanbevolen, maar die heeft zijn aanbeveling ingetrokken. Want inmiddels heeft publicist Maarten van Voorst ontdekt dat talloze feiten uit Oorlogsouders niet op waarheid berusten. Zo zou de Duitse grootvader van moederskant van Isabel, Hilmar von der Recke, hevig anti-nazi zijn geweest en hebben deelgenomen aan een aanslag op Hitler. In werkelijkheid was Von der Recke tot ergens in januari 1945 kampcommandant van het beruchte, smerige en overvolle krijgsgevangenenkamp Stalag VII-A, een soort doorgangskamp voor POW’s. Er blijkt met nog veel meer feiten te zijn gesjoemeld. Isabel van Boetzelaer belooft in de vierde druk van het boek deze “weggelaten informatie” over Von der Recke te verbeteren.
Nu is De man die geen hekel had aan Joden; een botsing met het verleden uitgekomen, het ‘tegenboek’ van Chaja Polak, waarin ze de vele weglatingen, verdraaiingen en regelrechte leugens uit Oorlogsouders aan het licht brengt. Ik stap kwaliteitsboekhandel Hoogstins in de Kinkerstraat binnen en vraag naar haar boek. Niet meteen herkenning bij de boekverkoper, maar op de computer ziet hij dat er wel een exemplaar moet zijn. Het blijkt in de kast Geschiedenis te staan.
Thuis begin ik te lezen. Hoe Chaja in maart 2017 een brief mailt naar NRC, met de hartenkreet: “blijkbaar is nu de tijd aangebroken (om) zachtaardige SS’ers ten tonele te voeren.” Hoe ze in contact komt met Maarten van Voorst. Hoe ze door het lezen van Oorlogsouders een jaar lang niet goed heeft kunnen slapen, de beelden van haar gearresteerde ouders opkwamen, haar vader die geen afscheid kon nemen van zijn peuter. Hoe zij in haar hoofd aan een stuk door denkbeeldige gesprekken voerde met Van Boetzelaer, met een medewerkster van Westerbork, met Ad van Van Liempt in wie ze, juist omdat ze hem zo hoog had zitten, enorm teleurgesteld is. Omdat Van Liempt het boek aanvankelijk heeft aangeprezen en omdat hij in de Adviesraad van Westerbork zit, en het er kennelijk mee eens is dat Isabel van Boetzelaer wordt uitgenodigd op die plek een lezing te geven. (In september 2018 wordt de lezing afgelast – niet vanwege weglating of verdraaiing van feiten, maar vanwege alle commotie.)
Chaja en haar broer Hans krijgen toestemming van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging om het drie dozen dikke dossier Van Boetzelaer in te zien. Ze ontdekken dat politieagent Johannes Krom, die Chaja’s ouders op hun onderduikadres in Rijswijk arresteerde, later met Willem van Boetzelaer samenwerkte in het Commando Van Boetzelaer van de Sicherheitsdienst. Ad van Liempt beschrijft in zijn boek Jodenjacht hoe Krom Chaja’s vader Hans Polak heeft gemarteld, waarbij Van Boetzelaer hem heeft laten begaan. Andere getuigenissen in het Centraal Archief vertonen een veel wreder beeld van Van Boetzelaer dan zijn dochter in haar boek heeft willen beschrijven. Tijdens het proces in 1947 tegen Van Boetzelaer werd dan ook de doodstraf geëist, die later werd gewijzigd in ‘levenslang’, vanwege de jonge leeftijd van de beklaagde, met de opmerking van de rechtbank dat Van B. voor mensen jonger dan hijzelf geen mededogen kende. Andere opmerking van de rechtbank: “Na de jaren in Rusland is de baron geheel in nazistijl doorgegaan. Hij is sterk pro-Duits gebleven en geloofde in een Duitse overwinning door geheime wapens” (V2 en het atoomwapen waaraan werd gewerkt, voegt Chaja Polak toe).
De ongerustheid van Chaja Polak betreft vooral het verzachtende beeld van een Nederlandse SS’er dat het publiek wordt voorgehouden. De grote nivellering, die misschien is begonnen bij historicus Chris van der Heijden, de gelijkmaking waar wijlen Evelien Gans de laatste jaren voor waarschuwde, het opzettelijk grijsgemaakte beeld waarin iedereen een beetje slachtoffer en een beetje dader wordt, waarin geen sprake meer is van schuld of van keuzes maken en verantwoordelijkheid voor die keuzes dragen.