Als Amsterdamse reis ik iedere dag heen en weer tussen hoofdstad en Hofstad. Ik ben verknocht aan Amsterdam. Ik hou van de Negen Straatjes en de Jordaan, geniet van het bootje voor de deur waarmee ik in de zomer door de grachten vaar en dan iedere keer weer nieuwe pandjes ontdek die me niet eerder waren opgevallen. In Amsterdam heb ik het gevoel van vrijheid, dat alles kan zolang je de ander ook maar in zijn of haar waarde laat. Mijn favoriete hobby, mensen kijken, is dan ook het best uit te voeren in Mokum.
Maar eerlijk is eerlijk, voor Den Haag valt ook iets te zeggen. Ik drink liever een borreltje op het Plein dan op de Dam en in het compacte Haagse winkelhart is het veel beter shoppen dan op de Nieuwendijk, in Kalver- of Leidsestraat. Echt, doe maar eens een vergelijkend warenonderzoekje. Het Voorhout vind ik een van de mooiste plekjes van Nederland, met zijn statige bomen. In de winter, wanneer er een sneeuwtapijt ligt, ademt het een verstilde, Couperusachtige sfeer. In de zomer heb ik op donderdagen het gevoel dat ik op vakantie ben als ik onder het lommerrijke groen over de antiekmarkt loop.
Aan de andere kant doet de ijsbaan op het Leidseplein in de winter veel intiemer aan dan het wat armoedige beachvolleybaltoernooi dat in de zomer op het Plein wordt gehouden. En als het regent is het helemaal van een grote treurnis. In Den Haag is het in lente, zomer en herfst steevast vijf graden kouder, ten minste, zo voelt het aan met die eeuwige wind van zee. Gevolg: iedere ochtend sta ik voor mijn kledingkast met de vraag: wat voor weer zal het zijn in Den Haag?
Hoewel Jeruzalem en Tel Aviv op ongeveer dezelfde afstand liggen als Amsterdam en Den Haag, is het verschil tussen het eerste setje veel groter. Iedereen die beide steden kent, heeft een voorkeur: je houdt óf van Jeruzalem óf van Tel Aviv. Ik beschouw mezelf als overloper. Ooit ging mijn voorkeur uit naar het van religie doordrongen, gespleten fenomeen Jeruzalem, maar hoewel de stad altijd een plekje in mijn hart zal houden, wint Tel Aviv het inmiddels. Ook hier dat gevoel van vrijheid om te kunnen zijn wie je bent, de creatieve buzz die er heerst. Tel Aviv, gay capital of the world, heeft een uitbundige scene waar Amsterdam jaloers op kan zijn. En dan al die prachtige mensen. In Tel Aviv loop ik altijd rond met een gevoel van: waar is het feestje?
Mijns inziens is het dan ook onvoorstelbaar dat een persoon van wie ik niet zo’n hoge Dunk heb, een schreeuwertje met een pathetische behoefte aan aandacht, het in zijn kronkelbrein haalt om Israël te vergelijken met … Iran. Ja, je leest het goed … Ik vraag me af waar en wanneer de kortsluiting bij de heer Von der Dunk heeft plaatsgevonden, maar dat die heeft plaatsgevonden is evident. Elke vergelijking gaat immers mank. Kijk alleen al naar het democratisch gehalte van de twee landen, naar de vrijheid die Israëlische burgers hebben om te kunnen zijn wie je bent en dat in alle diversiteit te kunnen vieren, terwijl de Iraniërs zuchten onder het juk van een mullahbewind en vrouwen niet eens zonder hoofddoek de straat op mogen.
Ik vroeg mij na het lezen van de column in de Volkskrant waarin Von der Dunk deze vergelijking maakt, af of de kortsluiting ongeneeslijk zou zijn. Ik vrees van wel. Of, misschien, wacht … Zou de heer Von der Dunk wellicht de moed hebben om zich zelf eens te onderwerpen aan een vergelijkend warenonderzoekje? Zou hij het aandurven om met zijn vriend een dagje door Tel Aviv te lopen, hand in hand, zo nu en dan zoenend? En zou hij dat dan ook eens willen proberen in een willekeurige stad in Iran? En dan eens kijken wat er gebeurt …