Precies een eeuw geleden, in 1912, viel Jom Kipoer op 21 september. Voor de eerste keer ging Kafka dat jaar tijdens de Hoge Feestdagen niet naar de synagoge. In de nacht van 22 op 23 september schreef hij in één ruk zijn verhaal Het oordeel. ‘Alleen zo kan geschreven worden, alleen in een dergelijke samenhang met zo’n volslagen openen van lichaam en ziel’, noteert hij 23 september 1912 in zijn dagboek. Het wordt algemeen beschouwd als zijn literaire doorbraak.
Bij de bespreking van het boek van Rodger Kamenetz, Burnt Books, Rabbi Nachman of Bratslav and Franz Kafka, zie mijn column van 2 oktober 2011, citeerde ik Kamenetz die opmerkt dat in Kafka’s verhaal voor de Joodse lezer doorklinkt wat tijdens Jom Kipoer wordt gezegd: ‘Op de Grote Verzoendag wordt het bezegeld ... Wie leven, wie sterven zal ... Wie door ’t vuur, wie door het water’. Als de vader zijn zoon veroordeelt tot de verdrinkingsdood, schrijft Kamenetz, hoor je de echo van het Unetaneh Tokef.
Waar ging Kafka eigenlijk naar sjoel? Dat is terug te vinden bij Hartmut Binder die in 2008 bij Rowohlt Verlag een prachtig (maar nogal duur) boek heeft gepubliceerd onder de titel Kafkas Welt, Eine Lebenschronik in Bildern. Voor wie alles wil weten over Kafka, de plaatsen die hij bezocht en de personen met wie hij omging, is dit de bron bij uitstek. Afgebeeld staan de verschillende synagogen waar Kafka diensten heeft bijgewoond met de teksten en vindplaatsen die daarbij horen.
We beginnen met de Zigeunersynagoge in de Joodse wijk van Praag. Deze synagoge, genoemd naar Salkind Zigeuner, is in 1906 afgebroken. Het voormalige getto moest plaatsmaken voor meer moderne architectuur. De Zigeunersynagoge was de synagoge waar de familie Kafka vóór 1906 naar toeging. Hun zoon Franz werd daar 13 juni 1896 bar mitswa.
Zigeunersynagoge (Yad Vashem fotoarchief)
In de bekende, nooit verzonden brief aan zijn vader, geschreven in 1919, kijkt Kafka terug op het sjoelbezoek uit zijn jeugd.
(vertaling Gerda Meijerink en Willem van Toorn)
Erg vaak ging de familie Kafka niet naar de synagoge. Sjoelbezoek bleef beperkt tot de belangrijkste feestdagen. Jij, schreef Kafka aan zijn vader, had uit de kleine getto-achtige dorpsgemeente werkelijk nog een beetje jodendom meegebracht (...) maar om verder te worden overgeleverd was het voor een kind te weinig, het sijpelde helemaal weg terwijl je het doorgaf.
Alt-Neu Synagoge (Yad Vashem fotoarchief)
Over Jom Kipoer schreef Kafka 1 oktober 1910 in zijn dagboek:
(vertaling Nini Brunt)
Kafka bezocht ook verschillende keren de Spaanse synagoge waar zijn zusters Elli en Valli onder de choepa stonden.
Spaanse synagoge (foto Joods Museum Praag)
In een brief aan Max Brod van 5 juli 1916 is Kafka hierover opnieuw nogal negatief. Hij noemt de trouwplechtigheid in de Spaanse synagoge het naspelen van een sprookje.
Maar bij deze tekst plaatst Binder een waarschuwing:
Een terechte waarschuwing. Uit de brief aan zijn vader citeerde ik het verwijt van Kafka dat zijn vader hem het jodendom nauwelijks had doorgegeven waardoor het wegsijpelde. Er staat echter meer in die brief uit 1919. Kafka schrijft ook dat hij zich de laatste jaren (...) meer bezighield met joodse dingen. Kafka speekt over zijn nieuwe jodendom. Dateringen van uitspraken moet men altijd goed in de gaten houden. Met veel voorbeelden kan worden aangetoond dat Kafka zich in de loop van de tijd steeds meer voor zijn jodendom is gaan interesseren. In eerdere columns heb ik daar al eens de aandacht voor gevraagd.
Binder laat het niet bij zijn waarschuwing. Ter illustratie citeert hij een ongedateerde en niet gepubliceerde brief van Kafka aan zijn zuster Elli. Deze brief, over Jom Kipoer, vult de eerdere citaten uit de dagboeken en brieven van Kafka mooi aan. Volgende week is het weer Jom Kipoer. Redenen genoeg om een gedeelte uit de brief aan Elli aan te halen: