De schrijvers uit Czernowitz die de rampspoed hebben overleefd, zijn over de wereld uitgezwermd. Ieder van hen heeft een bijzonder levensverhaal. Dat van Klara Blum is echter wel heel opmerkelijk. Geboren 27 november 1904 in Czernowitz is zij als Zhu Bailan 4 mei 1971 in China gestorven.
Klara Blum änderte nicht nur häufig ihre Wohnorte, sondern auch mehrmals ihre Staatszugehörigkeit: von der altösterreichischen zur rumänischen, von der sowjetischen zur chinesischen. Doch an ihrer jüdischen Identität hat sie immer festgehalten, wenn auch die Zeitströmungen sie in verschiedene Richtungen trieben. In einem Gedicht aus der Moskauer Zeit bringt sie ihre ständige Exilsituation und ihr gleichzeitiges Festhalten am Judentum zum Ausdruck:
In Ost und West in jeder Judengasse.
Het belangrijkste werk van Klara Blum, waaronder haar roman Die Hirte und die Weberin en haar gedichten zijn bijeengebracht in een door Zhidong Yang geredigeerde en in 2001 door Böhlau Verlag uitgegeven Kommentierte Auswahledition. De gegevens over de levensloop van Klara Blum heb ik gehaald uit de inleiding bij deze uitgave. Die inleiding eindigt met de alinea en de dichtregels die ik hiervoor heb geciteerd.
Het zijn eenvoudige, ontroerende dichtregels uit het gedicht Herkunft. In het gedicht Czernowitzer Ghetto brengt zij eveneens haar verbondenheid met haar geboorteplaats en met het Joodse volk onder woorden:
Und lern aus allem, was mein Volk erfährt.
‘Geboren auf Europas Hintertreppen’ schrijft Klara Blum in een ander gedicht. Haar ouders, Josef Blum en Cipre Maschler-Blum, waren overtuigde zionisten. Dat geldt ook voor hun dochter Klara Blum, hoewel haar levensloop een andere wending heeft genomen. De moeder en een halfbroer van Klara Blum, zo las ik, zijn in Jeruzalem overleden, de moeder in 1937 en de halfbroer in 1971. In haar sterk autobiografische roman vond ik het volgende gesprek met een vrouw die Hanna wil redden door haar tot het christendom te bekeren:
'Sie sind religiöse Jüdin?', forschte die Dame.
'Ich bin nationale Jüdin', sagte Hanna, ihre Gedanken sammelnd, denn sie liebte es unter keinen Umstanden eine unklare Antwort zu geben. 'Religiös bin ich überhaupt nicht.'
Het huwelijk tussen de ouders was niet goed en nadat zij waren gescheiden is Klara Blum met haar moeder uit Czernowitz weggegaan. Wenen werd haar nieuwe woonplaats. Daar heeft ze gestudeerd en begon ze gedichten en journalistiek werk te publiceren. In 1934 schreef ze Die Ballade vom Gehorsam, een pacifistisch en socialistisch gedicht waarin ze oproept niet langer gehoorzaam de leiders te volgen die tot oorlog oproepen: Wir haben vom Morden, Ihr Herrn, schon zuviel. Het gedicht werd bekroond met een prijs der Internationalen Vereinigung Revolutionärer Schriftsteller, een studiereis voor twee maanden naar de Sovjet-Unie. Die twee maanden worden elf jaren. Klara Blum zal van 1934 tot 1945 in Moskou blijven. Daar ontmoet ze de Chinese links-georiënteerde theaterregisseur Zhu Xiangcheng. Met hem heeft ze in 1937 een liefdesrelatie totdat hij na vier maanden plotseling spoorloos verdwijnt. Slechts ein Splitter Glück schrijft ze later over die vier maanden. Maar wel een geluk dat haar verdere leven bepaalt.
De liefdesrelatie met Zhu Xiangcheng vinden we terug in haar gedicht Das Nationale Lied dat het Joodse volk stelt tegenover het Chinese volk en zo begint:
Nomadenwildheit braust durch seine Sagen.
Dein Volk ist uralt, und in seiner Mär
Siehst du die ersten festen Mauern ragen.
Als de oorlog is afgelopen, heeft Klara Blum nog slechts één wens: naar China gaan om haar geliefde terug te zien. In 1945 is reizen naar China niet eenvoudig. En dat is bepaald een eufemisme. Het kost haar twee jaar en veel doorzettingsvermogen om Shanghai te bereiken, een avontuurlijke reis via Praag, Boekarest, Boedapest, Wenen, Zürich en Parijs. In China doet Klara Blum verwoede maar vergeefse pogingen Zhu terug te vinden. Zij blijft geloven dat hij nog leeft en heeft nooit geweten dat Zhu is gearresteerd en naar Siberië is gedeporteerd waar hij, zoals na de dood van Klara Blum bekend is geworden, in 1943 het leven heeft gelaten. Klara Blum blijft in China waar ze aan verschillende universiteiten, het laatst in Guangzhou, Duitse taal en literatuur onderwees. In 1954 kreeg Klara Blum de Chinese nationaliteit. Zij koos de naam Zhu Bailan. De familienaam Zhu verwijst naar haar verloren geliefde, de voornaam Bailan betekent witte orchidee en symboliseert reinheid en trouw.
Klara Blum die haar literaire werk altijd in het Duits is blijven schrijven, publiceerde in 1951 haar enige (volledige) roman Die Hirte und die Weberin. Daarin heeft ze haar eigen geschiedenis in romanvorm verteld. Centraal staat de liefde van de Jodin Hanna Bilkes voor de Chinees Nju-Lang. De titel verwijst naar het verhaal dat Nju-Lang haar in Moskou vertelt over het sterrenbeeld Aquila en Lyra waarin de Chinezen echter een herder en een wevende vrouw zien. Nju-Lang en Dshe-Nü, zo luidt het verhaal, beminnen elkaar maar ze wonen in verschillende dorpen en tussen die dorpen loopt de Melkweg en ze moeten daarom hun werk doen terwijl ze van elkaar gescheiden zijn. Slechts één keer per jaar, op de zevende avond van de zevende maand, vormen de vogels in de hemel een brug en kunnen de beide geliefden elkaar in de armen sluiten. In China wordt op de zevende avond van de zevende maand het verhaal steeds opnieuw verteld. Tot slot wordt gezongen:
Kurze Stunde nur zu zweit
Und geliebt in Ewigkeit.
De roman is meer dan een liefdesgeschiedenis. Het is ook een spiegel van een tijd. De achtergrond is eerst het emigrantenmilieu in Moskou en de jodenvervolging, om daarna over te gaan in de burgeroorlog in China. Het derde deel van de roman speelt na het verdwijnen van Nju-Lang en heet, met een verwijzing naar het verhaal over de herder en de weefster, zwei Sternbilder führen Tagebuch. Dit deel van de roman is geschreven in de vorm van dagboeken die de beide geliefden voor elkaar bijhouden. De dagboeken eindigen als Dshe-Nü 6 oktober 1947, nog in Parijs, haar visum voor China heeft gekregen en Nju-Lang, irgendwo, zich inzet voor de opbouw van China. Het toneel van de roman verplaatst zich daarna naar China waar Hanna Bilkes, de fremdländiche Frau van Nju-Lang, koppig op zoek is naar haar verdwenen geliefde.
De roman sluit af met het jaarlijkse feest van de herder en de weefster, op de zevende avond van de zevende maand. Dan vindt Dshe-Nü haar geliefde eindelijk terug, maar zij treffen elkaar slechts voor één nacht:
Klara Blum uit Czernowitz ging naar China en werd Zhu Bailan. Haar levensverhaal is opmerkelijk en zij schreef daarover Die Hirte und die Weberin, een mooie en rijke roman waarin ook de volgende zin voorkomt: Denn siehst du, Nju-Lang, meine Liebe zu fremden Volkern hat die Liebe zu meinem eigenen jüdischen Volk nur verstärkt und vertieft.