Het gaat er niet om wie gelijk heeft, maar wel om de opgewekte massahysterie. Het is niet gebruikelijk in deze column, in dit Joodse medium, over China en Japan te schrijven. Toch heb ik besloten nu aandacht te schenken aan de opgelaaide ruzie tussen beide Aziatische mogendheden over de status van drie rotseilandjes.
Met verkiezingen in het vooruitzicht heeft Japan die drie eilandjes, op een afstand van 2000 kilometer van Tokio, voor 26 miljoen dollar gekocht. Ze waren in het bezit van een Japanse privé-eigenaar. Waarom nu kopen? De Japanse regering zwichtte voor nationalistische pressie, maar had kennelijk geen oog voor een woedende Chinese reactie. China betwist het recht van Japan op die eilandjes, waar zich kennelijk in de omgeving grote hoeveelheden gas en olie bevinden. Chinese oorlogsbodems stoomden op nadat Japanse nationalisten de Japanse vlag op één van de rotseilandjes plaatsten. Japan gaf geen krimp. Oorlog? Nee, natuurlijk niet. Wat dan wel?
Ik ben geschrokken van de hysterische anti-Japanse demonstraties in China. In China bepalen de autoriteiten doorgaans wat er op straat gebeurt. Ik heb de indruk dat de uitbarsting van Chinees nationalisme op deze schaal de Chinese regering uit de hand is gelopen. Het is geen Chinees belang dat Japanse winkels en fabrieken worden aangevallen. De handelsbelangen tussen beide landen zijn zo groot dat dit niet had mogen gebeuren. Toch hebben de grote Japanse concerns, Canon en Panasonic, besloten om hun fabrieken op het Chinese vasteland tijdelijk te sluiten.
De nationalistische hartstochten laaien in China snel op omdat de Chinezen het trauma van de Tweede Wereldoorlog niet hebben verwerkt. Japan, Duitslands trouwe bondgenoot in die duistere jaren, heeft na de verovering van grote delen van China zich schuldig gemaakt aan gigantische oorlogsmisdaden. De Chinezen zijn die moordpartijen, die in Shanghai bijvoorbeeld, niet vergeten. Ik snap daarom niet dat de Japanse regering besloot China over die eilandjes te tergen. Het kopen van die drie eilandje is echt een overbodige provocatie: een Japanse uitlaatklep voor Japans nationalisme en diepgeworteld militarisme. Ik schrok van die massale Chinese woedeuitbarsting, van het gemak waarop in dat immense land, met zijn gemuilkorfde pers, de emoties in een oogwenk tot grote hoogte kunnen worden aangewakkerd. Het individu gaat onder in de massa. Het is van alle tijden en zorgwekkend.
Ook in de Arabische wereld, waar hysterisch massaprotest tegen een in de Verenigde Staten opgedoken anti-islam video tot geweld leidt. Daar niet alleen. Het protest ging als een olievlek over de hele islamitische wereld. De aanleiding is die provocerende video. De dieper liggende reden is de anti-Amerikaanse, anti-westerse emotie in de islamitische wereld. De Amerikaanse oorlogen tegen de islamitische landen Irak en Afghanistan en de absolute steun van de VS aan Israël hebben die gevoelens aangewakkerd. Er is een opvallende overeenkomst tussen het hysterisch protest in China en dat in de straten van de islamitische hoofdsteden tegen de VS en het Westen. In beide gevallen zijn duistere krachten aan het werk die aanzetten tot massaprotest. Manipulatie van het individu zoals ten tijde van Hitler en Stalin. De massa heeft geen respect voor het leven maar gaat er als een kudde overheen.
Israël moet daar in het nieuwe Joodse jaar, in een aan grote spanningen blootstaande Arabische wereld, rekening mee houden. Een Israëlische preventieve aanval op de nucleaire installaties in Iran kan de islamitische wereld in vuur en vlam zetten en zelfs de verschillen tussen Sunni en Shia tijdelijk ondergeschikt maken aan een ontembare anti-Israël emotie. Islamitisch massaprotest, aangewakkerd door de meest radicale stromingen in de islam, kunnen regeringen dwingen de geweren te laden. Premier Benjamin Netanyahoe zou er goed aan doen zich te realizeren dat het islamitische protest over de beledigende anti-islamitische video kinderspel is bij de te verwachten uitbarsting van massahysterie na een aanval op Iran.
Kinderspel? Nee, spelen met vuur.