Ik neem met deze column afscheid van Crescas en Benjamin Netanjahoe.
Het spijt me bijzonder dar Crescas om financiële redenen ten dode is opgeschreven. Ik vraag me af of het niet anders had gekund. Maror had toch de reddingsboei kunnen uitgooien! Ik vind het een Nederlandse Joodse tragedie. Klein over iets moois en goed. Dom en kortzichtig.
Dat geldt ook voor Benjamin Netanjahoe. De slechtste en gevaarlijkste premier in Israëls bewogen geschiedenis.
Ik ben getuige geweest van Netanjahoe’s ophitsing tegen de vredespremier Jitschak Rabin. Voor Netanjahoe is/was deze chef-staf tijdens de oorlog in 1967 een verrader. Rabin was tijdens de eerste Palestijnse intifada tot het inzicht gekomen dat het voor het welzijn van Israël, het wereldjodendom ook, van cruciaal belang was het vredespad te kiezen met PLO-leider Jasser Arafat. Rabin was via het akkoord van Oslo in 1993 op weg zich neer te leggen bij een Palestijnse staat op de bezette westelijke oever van de Jordaan.
Die weg werd op 5 november 1995 afgesneden door Jigal Amir, een fanatieke religieuze zionist, die met drie kogels in de rug Rabin en een kans op vrede vermoordde.
Netanjahoes ideologische obsessie tegen een Palestijnse staat naast Israël won die dag.
Ik was er bij toen Rabin tijdens de grootste vredesdemonstratie op het plein voor het stadhuis in Tel Aviv uit volle borst het Vredeslied zong. Eerst aarzelend, maar toen hand in hand met Shimon Peres, voluit. Naar schatting meer dan driehonderdduizend Israëli’s zongen mee.
Twintig minuten later was Rabin en met hem de hoop op vrede dood.
“Een koningsmoord van bijbels proporties” schreef ik in NRC.
Netanjahoes ideologische overtuiging tegen een Palestijnse staat won. Ik besefte dat Israël had verloren. Dat Israël door voortdurende onderdrukking van de Palestijnen, om welke reden ook, geen vrede, nooit vrede zou kunnen krijgen.