Een belangrijke gebeurtenis. De briefwisseling tussen Hannah Arendt en Gershom Scholem is verschenen bij de Jüdischer Verlag van Suhrkamp. Met commentaar en uitgebreide noten van de hand van Marie Luise Knott. De briefwisseling beslaat de periode van mei 1939 tot juli 1964. Een constante factor is beider bemoeienis met het werk van Walter Benjamin. Aan inzet en warmte voor vrienden ontbrak het Hannah Arendt noch Gershom Scholem, ook al zal de vriendschap tussen hen na twee diepgaande botsingen opdrogen. Marie Luise Knott laat de vraag open hoe vaak Hannah Arendt en Gershom Scholem elkaar hebben ontmoet. Dat geldt vooral de periode na 1945. Daarom blijft het knagen of persoonlijk contact niet enkele misverstanden uit de weg had kunnen ruimen. Hoe dan ook, de verschillen van inzicht tussen hen beiden waren zeker niet onbelangrijk.
In 1939 woonde Gershom Scholem in Jeruzalem, al sinds 1923. Hannah Arendt woonde in 1939 nog in Parijs. In de loop van 1940 was zij opnieuw gedwongen de wijk te nemen, nu naar Amerika. Walter Benjamin was de jeugdvriend van Gershom Scholem en Hannah Arendt had Benjamin in Parijs ontmoet. Al in haar tweede brief, van 21 oktober 1940, moet Hanna Arendt aan Gershom Scholem schrijven: Walter Benjamin hat sich das Leben genommen. In de laatste zin van haar brief verzucht ze: Juden sterben in Europa und man verscharrt sie wie Hunde. In een uitgebreide brief van een jaar later geeft Hannah Arendt meer details: Der Ausbruch des Krieges hat ihn gleich über die Massen erschreckt. Benjamin pleegde zelfmoord tijdens zijn poging om de grens tussen Frankrijk en Spanje illegaal over te steken. Gershom Scholem zal zijn Major Trends in Jewish Mysticism uit 1941 opdragen aan Walter Benjamin, the friend of a lifetime. Onvermoeibaar onderhouden Gershom Scholem en Hannah Arendt contact met bekenden en uitgevers om de boeken en brieven van Benjamin te verzamelen en uitgegeven te krijgen. En het is typerend dat de vermoedelijk laatste brief van Gershom Scholem aan Hannah Arendt de mededeling bevat dat hij op 21 oktober 1964 in New York de jaarlijkse Leo Baeck-lezing zal houden, over Walter Benjamin. Intussen is er veel gebeurd. We gaan daarom terug naar het begin van de briefwisseling.
In Parijs was Hannah Arendt gaan werken voor de Jeugd-Aliya, opgericht door Henrietta Szold en bedoeld om jonge emigranten voor te bereiden op een bestaan in Palestina. Daarna werkte zij ook voor de Jewish Agency. Het was haar taak de Oostenrijkse en later de Tsjecho-Slowaakse vluchtelingen in Parijs te helpen. Het verbaast dus niet dat Gershom Scholem aanvankelijk in brieven aan derden over Hannah Arendt uit de grond van zijn hart kon schrijven: Sie ist eine wunderbare Frau und ausgezeichnete Zionistin. Gershom Scholem en Hannah Arendt hadden in die tijd bewondering voor elkaar en voor elkaars werk. Gershom Scholem kreeg van Hannah Arendt haar nog niet uitgegeven manuscript over Rahel Varnhagen (dat hij bewaarde waardoor het niet verloren ging) en Hannah Arendt besprak Major Trends in Jewish Mysticism. Maar toen Hannah Arendt in 1945 haar artikel Zionism Reconsidered had gepubliceerd, ontstond de eerste verwijdering. Gershom Scholem was ungewoehnlich tief enttaeuscht.
Toch heeft Hannah Arendt dit artikel en ook andere bijdragen uit diezelfde tijd geschreven vanuit een oprechte bezorgdheid, niet alleen over wat de Joden in Europa ondervonden maar ook over de situatie in Palestina. Hannah Arendt zag Palestina als een legitieme vestigingsplaats voor Joden maar ze verschilde met veel Joodse leiders over de wijze waarop dat zou kunnen worden gerealiseerd. In dit verband is de opvatting van Hannah Arendt over nationale staten van belang. Van nationale staten - en zij dacht daarbij aan het Europa dat zij had moeten verlaten - verwachtte zij alleen maar onheil. Alleen federaties van staten maken het mogelijk, meent Hannah Arendt, dat de toenemende verscheidenheid van mensen en meningen niet wordt platgewalst en de rechten van iedereen, ook van minderheden, worden gewaarborgd. Hannah Arendt voorspelde dat het stichten van de staat Israël op de grondslag van een volgens haar verouderde visie op de nationale staat tot veel narigheid zal leiden. Zoals een blijvende afhankelijkheid van een grote mogendheid met alle risico’s vandien. Ook zal het veel ellende opleveren in de relatie met de Arabieren. Een Joodse staat, aldus Hannah Arendt, is niet levensvatbaar indien niet in enigerlei vorm de samenwerking met de andere bewoners van het land en met de omliggende volkeren is geregeld.
De directe aanleiding voor haar artikel was het besluit van de Amerikaanse zionisten om te streven naar een Joods land dat een volledig en ongedeeld Palestina zal omvatten. Dat schoot Hannah Arendt in het verkeerde keelgat. Jetzt blieben die Araber in der Entschliessung ganz einfach unerwähnt, constateert zij, so dass ihnen offenkundig nichts anderes bleibt, als zwischen freiwilliger Emigration und einer Existenz als Bürger zweiter Klasse zu wählen.
Hannah Arendt besefte heel goed, ze schrijft het met zoveel woorden aan Gershom Scholem, dat zij door haar artikel mogelijk haar laatste zionistische vrienden kwijt ging raken. En inderdaad, ook Gershom Scholem was het in alle opzichten met haar oneens. Op 28 januari 1946 schrijft hij een, wat Hannah Arendt noemt, bitter-boze brief. In een tijd van bedreiging verlangt Gershom Scholem een onvoorwaardelijk ja tegenover een Joodse staat. Maar laat ik Gershom Scholem zelf aanhalen: Ich kann es den Juden nicht uebelnehmen, wenn sie auf progressive Theorien, die von niemand anderem praktiziert worden sind, keine Ruecksicht nehmen ... Die Araber haben noch keiner einzigen Loesung zugestimmt, ob nur foederativ, staatlich oder binational, wenn sie mit juedischer Einwanderung verbunden ist. Und ich bin ueberzeugt, dass die Auseinandersetzung mit den Arabern auf der Grundlage eines fait-accomplis wie partition viel leichter sein wird als ohne sie.
Hannah Arendt antwoordt Gershom Scholem op 21 april 1946. De toon van haar brief bevalt Gershom Scholem niet. Die toon sluit elke discussie uit, meent hij. Daar zit wel iets in. De stijl van Hannah Arendt is inderdaad vaak nogal betogend en diplomatiek is ze zeker niet. Ze mist elke gematigdheid in het discours. Maar ze maakt wel altijd glashelder wat ze bedoelt en het is oprechte betrokkenheid die haar tot haar opvattingen brengt. In haar antwoord aan Gershom Scholem beklemtoont ze haar artikel te hebben geschreven aus einer nahezu panischen Angst um Palaestina. Hannah Arendt voelt zich door Gershom Scholem zwaarder aangevallen, als recht und billig war.
Het uitgangspunt van Hannah Arendt komt mij juist voor. Trefzeker en nog steeds actueel formuleert ze dat het een illusie is te denken dat als met de Arabieren geen samenwerkingsverband tot stand komt, de Joden in Palestina vrij van antisemitisme kunnen leven. Gershom Scholem stelt daartegenover een politieke werkelijkheid, namelijk de noodzaak van een Joods thuis en het onwrikbare en afwijzende standpunt van de Arabieren. En hij kon in de praktijk van het Midden-Oosten weinig met de opvatting van Hannah Arendt: Was tot ist, ist die Nation oder besser der Nationalstaat als Organisation von Voelkern.
Hartverscheurend is wat Hannah Arendt aan het eind van haar brief van 27 november 1946 schrijft: My heart goes out to you – das heisst, da es keinen pass braucht und kein Geld und keinen “Urlaub”, hat es sich ein ticket genommen und segelt friedfertig in der Touristenklasse nach Palaestina. Sie werden sich dann in Haifa an den Hafen stellen und dafuer sorgen, dass man es nicht an Land laesst. Maar de briefwisseling stokt nog niet. Ook wij gaan dus volgende week verder.